Florence Nightingale

F. Nightingale en Sir H. Verney met een groep verpleegsters in Claydon House. Wellcome Images. 

Op 12 mei herdenken we internationaal de geboortedag van Florence Nightingale (1820-1910). In Nederland is deze dag in 1965 officieel uitgeroepen tot de ‘Dag van de Verpleging’, met zelfs een eigen vlag. Je kunt je afvragen hoe het komt dat deze dag na 201 jaar nog zo populair is. Wat is er eigenlijk zo bijzonder aan Florence Nightingale?

Een aardig japonnetje 

“Wachtzusters en zusters, die late dienst hebben, zijn welkom, ook in uniform. Zusters, die tijd hebben een aardig japonnetje aan te trekken, moeten dat doen! Het maakt alles kleuriger en fleuriger”. Met deze oproep in het ‘Tijdschrift voor Zieken­ver­pleging’ werd in 1938 de viering van 12 mei, de geboortedag van Florence Nightin­ga­le, aangekondigd. Deze derde Florence Nightingale Herdenkingsavond beloof­de een geweldig succes te worden. Op het programma stonden veel declamatie, zang en dans, even­als gebak, vleesslaatjes en croquetten. De zusters moesten na het nuttigen van deze lekkernijen vooral niet vertrek­ken, want er was nog gelegenheid de nieuwste dans, de Rumba, te leren.

Eerste druk van het populaire Notes on Nursing.

12 mei, Dag van de Verpleging

In 2021, 201 jaar later, staan we op 12 mei nog steeds wereldwijd stil bij de geboorte van Florence Nightingale en daarmee bij het werk van verpleegkundigen. Op die dag kwam in 1820 in Villa La Colombaia, schitterend gelegen hoog boven de stad Florence, baby Nightingale ter wereld. Ze zou het icoon worden van het verpleegkundig beroep. Alle reden dus om 12 mei uit te roepen tot een hele bijzondere dag, die ook in Nederland sinds 1965 officieel bekend staat als de ‘Dag van de Verpleging’, met een eigen vlag. Hoe kan het toch dat de invloed van een 19-eeuwse Engelse jongedame nog steeds zo actueel is?

Een slimme meid

Florence Nightingale deed alles anders. Ze had geen zin in het standaard Victoriaanse patroon, waarin het huwelijk voor vrouwen de enige mogelijkheid was voor een zinvol bestaan. Een spirituele erva­ring uit 1837 had haar belangstel­ling voor meer maatschappe­lijke pro­blemen gewekt. ‘On February 7th, 1837, God spoke to me and called me to his Service’, zo schr­eef ze in haar dag­boek. Wat die roeping inhield, zou snel duidelijk worden. Ze begon met het verzamelen van informa­tie over de gezond­heidszorg van soldaten, over ziekten en over de organisatie van zieken­hui­zen. Hiervoor corres­pondeerde ze met toonaan­geven­de figuren in bin­nen- en buiten­land. De resultaten bewerkte ze tot instruc­tieve statis­tie­ken. Haar superieu­re kennis van de wiskunde kwam hierbij goed van pas.

Creatief op de divan

Vanaf 1850 begon Florence zich te oriënteren op de praktijk van de ­verple­ging. Bezoeken aan de diaco­nessenge­meen­schap in het Duitse Kai­sers­werth en aan de Soeurs de la Cha­rité in Parijs waren haar leerschool. In 1854 kon ze haar ervaring in de praktijk brengen tijdens de Krimoorlog, waar ze orde op zaken stelde in de wanorde aldaar. Toen de oorlog in 1856 voorbij was, trok Nightingale zich terug, weg van alle drukte en publi­ci­teit. De verschrik­kingen van de Krimoorlog hadden een onuitwis­bare indruk op haar gemaakt en ze was lichamelijk een wrak.

Haar meest creatieve fase moest echter nog beginnen. Vanaf de divan verdiepte ze zich in vraag­stukken op het gebied van openbare gezond­heid, zieken­huis­bouw en sanitai­re verbe­terin­gen binnen de krijgs­macht. Ze schreef een aantal belang­rijke boeken, zoals bijvoor­beeld het 800 pagina tellende werk over de reor­ganisa­tie van militai­re- en burgerzie­kenhui­zen. Groot succes hadden ook ‘Notes on hospi­tals’ en ‘Notes on nursing’. Beide boekjes verschenen in 1859 en werden in vele landen, ook in Nederland, vertaald. Vanaf 1860 was ze nauw betrokken bij de eerste verpleegstersoplei­ding in London, die het paradepaardje van de Engelse ver­pleging zou worden.

Haar belangrijkste erfenis

In 1910 overleed Florence Nightingale en meteen na haar dood begon de verering van haar als persoon, een verering, die tot de dag van vandaag voortduurt. Immers, zij vond in de negentiende eeuw al dat verpleging geen roeping was, maar een beroep. Dat is haar belangrijkste erfenis.