Vrije verpleegsters

Vrije verpleegsters in de wijkverpleging, ca. 1950

De discussie over zzp-ers in de zorg is actueel. Met alle veranderingen in het financieren van de zorg is ook de rol van de zelfstandige zorgprofessional trending topic. Vragen als ‘hoe vind je als zzp-er je cliënten’, ‘welke tarieven kan ik hanteren ’en ‘hoe zorg ik ervoor dat mijn kennis op peil blijft’, houden iedere zelfstandig werkende verpleegkundige bezig. Om nog maar te zwijgen over het regelen van je eigen verzekering en pensioen. Soms wordt de verworven vrijheid noodgedwongen weer ingeruild voor een vaste baan. Dat geeft tenminste zekerheid.

Op zoek naar een man

Als zelfstandig verpleegkundige je brood verdienen, is niet nieuw. Vanaf de start van het verpleegstersberoep in 1880 waren er verpleegsters die na hun opleiding meteen voor zichzelf begonnen. Na drie jaar gedrild te zijn in een ziekenhuis wisten ze niet hoe snel ze de deur van datzelfde ziekenhuis achter zich dicht moesten gooien. Er lagen dan twee wegen open voor deze naar vrijheid snakkende meiden: de wijkverpleging of zich vestigen als particulier verpleegster, een zzp-er avant la lettre dus. Koos je voor de  wijkverpleging, dan koerste je op zekerheid met een dienstverband bij een kruisvereniging of kerkgenootschap. Binnen die vaste werkkring was de wijkverpleegster een behoorlijk vrije en onafhankelijke professional. Wie haar zinnen zette op eigen ondernemerschap, wist dat dit financiële onzekerheid betekende. Toch kozen veel verpleegsters voor deze werkvorm. Het had immers zo zijn voordelen. Voor ongehuwde vrouwen, -en dat waren verpleegsters-, was particulier verplegen een van de weinige mogelijkheden om nog in contact te komen met huwbare mannen. Zo verpleegde particulier verpleegster Julia van Stockum de beroemde schrijver Arnold Aletrino, die na de dood van zijn vrouw in 1897 in een ernstige depressie verzonk. Julia, die ‘en passent’ het huishouden deed, trouwde met Aletrino in 1898. Het werd een prima koppel met grote passie voor de verpleging als beroep.

Particuliere verpleegsters adverteerden in het Maandblad voor Ziekenverpleging, 1902

Het uitzendbureau

De problemen waar particuliere verpleegsters vroeger tegenaan liepen, verschillen nauwelijks van die van nu. Vooral het vinden van voldoende cliënten was een voortdurende bron van zorg. Zonder patiënten immers geen inkomen. En verzekering, pensioen en kamerhuur vormden vaste kostenposten. Daarom startten verplegers, meestal mannen, met zogenaamde ‘Adresbureaus’, een soort uitzendbureaus. Hier konden particuliere verpleegsters zich tegen vergoeding en na een referentie van de dokter bij aansluiten. Ze kwamen dan op een wachtlijst te staan en waren zo eerder verzekerd van werk. En was er geen werk meer? Dan konden ze altijd weer bij het ziekenhuis of een andere zorginstelling aankloppen en in loondienst gaan. Zoals zzp-ers tegenwoordig ook weer doen. Niets nieuws onder de zon dus.