Bep Engelberts, de 10de dapper dame

Anna Elizabeth Wilhelmina Christine (Bep) Engelberts is in 1898 geboren, dit jaar 125 jaar geleden. Ze groeide op in een hervormd predikantengezin in Bergschenhoek. Op 7-jarige leeftijd verhuisde de familie naar Amsterdam. Hier volgde Bep Engelberts in 1918 de opleiding tot ziekenverpleegster in het Wilhelmina Gasthuis. Ze behaalde in 1921 het diploma van het Witte Kruis.

Het Tjikini Ziekenhuis in Batavia

Met het diploma op zak vertrok Bep in 1924 op verzoek van het Nederlandsch Zendeling Genootschap naar Nederlands-Indië. Het was haar opdracht om Javaanse meisjes én jongens op te leiden tot verpleegster en verpleger, zodat ze in de zendingsziekenhuizen ingezet konden worden. Ze leerde al snel Javaans en Maleis en behaalde ook het diploma van vroedvrouw. In 1938 volgde haar overplaatsing naar het Koningin Emma Ziekenhuis ‘Tjikini’ te Batavia met de taak de verpleging te organiseren. Na de inval van het Japanse leger in 1942 werd Bep Engelberts geïnterneerd in het vrouwenkamp Kramat. Onder vreselijke omstandigheden nam ze hier samen met dr. H. S. Hogerzeil de verpleging van de zieken op zich.

Toen de oorlog voorbij was, bleef ze nog tot 1951 werkzaam als directrice van het ‘Tjikini’ ziekenhuis. Na de verwoesting van dit ziekenhuis door oorlogshandelingen bouwde Bep Engelberts de organisatie van de verpleging weer op.  In 1947 kreeg ze voor haar verdienste de Ridderorde van Oranje-Nassau. Maar daar bleef het niet bij.

De 10de draagster van de Florence Nightingale Medaille

Uitreiking medaille door koningin Juliana. Linksachter 2 winnaressen uit 1947

Na haar terugkeer in Nederland was Bep Engelberts van 1951-1957 directrice van het Havenziekenhuis te Rotterdam. Ook hier reorganiseerde ze de verpleegstersopleiding, die onder haar leiding een groot succes werd. Vooral haar tropencursussen waren beroemd. Na haar vertrek als directrice ging ze reizen. Het was op een van die reizen dat ze een telegram kreeg met het bericht dat ze de prestigieuze Florence Nightingale Medaille kreeg. Deze medaille was in 1912 ingesteld door het Internationale Rode Kruis voor verpleegsters die zich hadden onderscheiden door buitengewone moed en toewijding. De medaille was in  Nederland al 9 keer uitgereikt, Bep was dus de 10de dappere dame.

De medaille met inscriptie

Ze kreeg de medaille voor haar moedige optreden in het Jappenkamp Kramat. Zelf vond ze het allemaal wat overdreven. “Waarom ik?”, aldus Bep. Ik deed gewoon mijn werk. Op 17 augustus 1959 speldde H.M. Koningin Juliana haar in de Rolzaal te Den Haag de prestigieuze medaille op.

Het is nog steeds een raadsel waarom het zolang geduurd heeft voordat de medaille aan Bep Engelberts is uitgereikt. Naar aanleiding van de Tweede Wereldoorlog waren er voor haar immers al zeven medailles toegekend: vijf in 1947 en twee in 1949. Toch zou het daarna nog tien jaar duren voordat deze uitreiking plaatsvond. Het kan zijn dat niet eerder bekend was wat zij in het vrouwenkamp allemaal had gedaan en dat iemand pas in 1959 haar bij het Nederlandse Rode Kruis had aangemeld als kandidaat. Maar dit is een veronderstelling.

De dag van het afscheid (1965)

Op 5 januari 1965 was het Havenziekenhuis in Rotterdam in rep en roer. Enkele dagen ervoor, precies op Nieuwsjaardag, was oud-directrice Bep Engelberts overleden. Toen ze ziek werd, wilde ze perse in haar geliefde Havenziekenhuis verpleegd worden. En nu was de dag van het afscheid aangebroken. Zuster Engelberts had aangegeven dat ze vanuit het ziekenhuis uitgedragen wilde worden, een flinke opgave voor een functionerend ziekenhuis. Om dit alles in goede banen te leiden, was er dan ook een streng protocol opgesteld. Iedereen die meeging met de stoet kon vanaf 10.00 ’s ochtends in de conversatiezaal een boterham eten. Ondertussen was het de taak van Zuster van Campenhout om ervoor te zorgen dat er op de begane grond vanaf 11.00 uur geen bedden met patiënten stonden. En het was absoluut verboden om op het klopbalkon dekens te kloppen. Theo moest ervoor zorgen dat de grote lift op de vijfde verdieping om 11.05 vrij was. Vanaf 11.15 stelden de verpleegsters en de leerlingen zich beneden in de hal op in een rij. Het kledingvoorschrift was streng. De leerlingen moesten de jurk hooggesloten houden en de gediplomeerden droegen een hartjesschort met blauw vest. De kist met het lichaam van zuster Engelberts werd om half 12 via de voordeur het ziekenhuis uitgedragen. Haar laatste reis naar crematorium Westerveld kon beginnen. De laatste zin van het protocol luidde: “s.v.p. opletten, dat er geen patiënten uit de ramen hangen”.

De Zuster Engelberts Stichting

Insigne voor leerlingen van de Zuster Engelberts Stichting

Na haar overlijden is door de besturen van het Havenziekenhuis en de Dr. Daniël den Hoed Kliniek in 1968 als eerbetoon de Zuster Engelberts Stichting in Rotterdam opgericht. Dit opleidingsinstituut voor verpleegkundigen opende op 23 oktober 1969 zijn deuren. In 2002 mocht ik als directeur van het Nationaal Museum Verpleging en Verzorging de originele Florence Nightingale Medaille van zuster Engelberts in ontvangst nemen. De medaille had al die tijd in een kastje in de hal van het schoolgebouw gehangen, als eerbetoon aan een groot verpleegkundige.

Verder lezen

S. Hogerzeil, ‘In memoriam zr. A.E.W.C. Engelberts’ (1965)

Lepoutre, W.H.P. Feenstra, Erkenning van een pionierster (1959)

v.V. ‘Florence Nightingale Medaille voor zr. A. E. W. Chr. Engelberts’, Tijdschrift voor Ziekenverpleging (1959) p. 402.

Protocol begrafenis. Dinsdag 5 januari 1965. Archief FNI.