Aly van der Meij, docente met passie
Het gebrek aan informatie over de geschiedenis van de verpleging inspireerde verpleegkundige Aly van der Meij-de Leur om zelf aan de slag te gaan. Vanuit dit enthousiasme schreef zij het succesvolle lesboek ‘Van olie en wijn’.
Jeugdjaren in Arnhem
Op 12 maart 1928 kwam Aly de Leur in Arnhem ter wereld. Ze groeide op in een naar eigen zeggen ‘ouderwets’ gereformeerd gezin. Haar jeugd speelde zich voor een belangrijk deel af tijdens de oorlogsjaren, een periode waarin zij ook de MULO bezocht. Na de oorlog werkte Aly de Leur in een bibliotheek, waar zij meehielp boeken te restaureren. De eigenaresse van de bibliotheek was een oud-verpleegkundige en zij maakte Aly warm voor dit vak. Binnen het gezin waarin Aly opgroeide, had niemand speciale affiniteit met de verpleging.
Kiezen voor de verpleging
Op 1 maart 1947 begon ze aan de verpleegstersopleiding van het Gemeente Ziekenhuis, nu Ziekenhuis Rijnstate, in Arnhem. Aansluitend aan de driejarige opleiding volgde ze de specialisatie kraamverpleging en ontving ze het felbegeerde ‘ooievaartje’. In september 1953 verliet Aly de Leur het Gemeente Ziekenhuis om vervolgens twee jaar in de particuliere verpleging aan de slag te gaan. In 1955 trouwde zij met Otto van der Meij, die voor zijn werk als accountant van een vatenconcern regelmatig op reis moest. Hun huwelijk bleef kinderloos. Aly van der Meij-de Leur vergezelde haar man vaak op zijn reizen en maakte dan van de gelegenheid gebruik om in landen als Kenya en Israël ziekenhuizen en andere zorginstellingen te bezoeken. Op die reizen maakte ze veel foto’s die ze later in haar boek zou gebruiken.
Passie voor de geschiedenis
In 1961 opende de ‘Verpleegstersschool van de Vrije Universiteit’ in Amsterdam de deuren. De zusters Groneman en Verburg stonden aan de wieg van deze nieuwe opleiding. Er was grote behoefte aan verpleegkunde-docenten en na een open sollicitatie werd Aly van der Meij aangenomen. Ze ging les geven in de geschiedenis van de ziekenverpleging, een nieuwe vak, dat kort daarvoor door de Hoofdinspectie verplicht was gesteld. Over de geschiedenis van de verpleging was weinig lesmateriaal beschikbaar en Aly ging daarom bij de VU de colleges geschiedenis van de geneeskunde volgen. Uit de bibliotheek van de UvA haalde zij haar literatuur, vooral uit de geschiedenis van de sociologie. Aly van der Meij gaf ongeveer 24 uur geschiedenisles aan de School voor Verpleegkundigen. Daar bleef het niet bij, later gaf zij ook lessen EHBO en beroepsverantwoordelijkheid. Maar haar echte passie was de geschiedenis van de verpleging. Iedereen, die les van haar heeft gehad, weet hoe boeiend zij kon vertellen. Over hoe het ziekenhuis in elkaar stak, wie de Nederlandse Nightingale’s waren of hoe de moeizame verhouding tussen zusters en dokters was gegroeid.
Een boek en een museum
Het gebrek aan informatie over de geschiedenis van de verpleging inspireerde haar om zelf aan de slag te gaan. In 1971 bracht zij een belangrijk standaardwerk uit dat op alle landelijke opleidingen verpleegkunde werd gebruikt. Dit boek, ‘Van Olie en Wijn. Geschiedenis van verpleegkunde, geneeskunde en sociale zorg’ werd met vijf drukken al snel een bestseller. Omdat het vak geschiedenis in 1996 uit het opleidingscurriculum verdween, kwam het niet tot een zesde druk. Haar boek stond op de boekenplank van elke leerling en heeft daarmee een grote invloed gehad op de emancipatie van de verpleegkundige beroepsgroep. Haar boek straalde uit dat verpleegkundigen trots mogen zijn op hun beroep, de verpleging. Tijdens het schrijven van dit levenswerk overlegde Aly zeer regelmatig met haar grote inspirator en voorbeeld, de toen 90-jarige Frederike Meijboom, die haar consequent Alida noemde. Dat vond ze beschaafder klinken. Meijboom schreef vlak voor haar dood in 1971 nog het voorwoord in het lesboek.
Een eigen schoolmuseum
Naast haar baan als verpleegkundig docente richtte Aly van der Meij samen met de bibliothecaresse mevrouw C.Twigt-van der Goot een schoolmuseum op. Tijdens haar lessen verpleegkunde liet zij oude verpleegkundige objecten zien of nam ze de leerlingen mee naar het museum in de kelder van de school. Toen de VU niet langer geld over had voor het museum werden de voorwerpen aan andere musea geschonken, onder andere aan het Florence Nightingale Instituut. In 2011 is Aly van der Meij benoemd tot erevriend van dit instituut.
Haar betekenis
Toen de geschiedenis van de verpleegkunde in Nederland nog nauwelijks bestaansrecht had, besloot Aly van der Meij een nieuw lesboek te schrijven. Ze bezocht hiervoor talloze archieven en historische plaatsen om die geschiedenis te ontdekken. Honderden archiefkaartjes schreef ze vol met aantekeningen. Haar boek ‘Van olie en wijn’ werd een bestseller en daarmee zette ze het vak geschiedenis van de verpleging definitief op de kaart. Tot op hoge leeftijd bleef ze geïnteresseerd in die geschiedenis. Ze vond het dan ook een verarming dat de huidige verpleegkunde studenten geen geschiedenis meer krijgen tijdens hun opleiding. Volgens haar viel uit die geschiedenis te leren wat verplegen was en hoe je dat vak moest uitoefenen. Aly van der Meij-de Leur stierf op 24 november 2012 op 84-jarige leeftijd thuis in Velp.
Leestip: Van olie en wijn. Geschiedenis van verpleegkunde, geneeskunde en sociale zorg (Agon Elsevier, 1971, 1ste druk) met een Ten geleide van Frederike Meijboom