Het Nederlandse Rode Kruis
Met een ferme pennenstreek ondertekende Koning Willem III in 1867 het Koninklijk Besluit voor de oprichting van “Eene Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog”. In 1922 is dat precies 155 jaar geleden.
Met de oprichting van het Rode Kruis had ook Nederland zich achter de principes van de Eerste Conventie van Genève geschaard, zij het later dan andere landen. Deze Conventie legde in 1864 formeel de internationale regels voor het Humanitair Oorlogsrecht vast. Landen die zich hierbij aansloten, beloofden zich te houden aan regels die gelden tijdens een gewapend conflict. Het was vooral de militair arts Johan Basting (1817-1870) die de Rode Kruis plannen in Nederland onder de aandacht wist te brengen.
Henry Dunant, de bedenker
Het idee van het Rode Kruis kwam uit de koker van de Zwitser Jean Henri Dunant (1828-1910). Henri, die zijn naam later veranderde in de Engelse versie Henry, was in het dagelijks leven bankier. Op reis door Europa belandde hij in 1859 in het Italiaanse Solferino, waar net een bloedige veldslag had plaatsgevonden. Bijna 40.000 gewonde en stervende soldaten bleven na de afloop zonder enige hulp op het slagveld achter. Sociaal bewogen als Dunant was, organiseerde hij met de plaatselijke bevolking ter plekke hulp voor de gewonde soldaten. Bijzonder en nieuw was dat hij bij die hulpverlening geen onderscheid maakte tussen de strijdende partijen. Zowel de Oostenrijkse als de Franse gewonden kregen hulp. Dat principe zou later de kern van de Rode Kruis organisatie zijn. Eenmaal terug in Genève legde Dunant zijn ervaring vast in het boek ‘Un souvenir de Solférino’, waarmee hij vervolgens de wereld wakker schudde.
Zusters op de ambulance
De eerste grote oorlog waarbij het Nederlandse Rode Kruis in actie kwam, was de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871). Het conflict tussen Pruisen en Frankrijk was kort maar krachtig. Vanuit Nederland werden 10 noodhospitalen of – in Rode Kruis termen gesproken – Ambulances gestuurd om de gewonden te verzorgen. Vanuit Nederland ging een onbekend aantal vrouwen naar het oorlogsgebied om de gewonden te verzorgen. Ook vier diaconessen uit Haagse Bronovo Ziekenhuis gingen mee met de Rode kruis Ambulance. De directrice van het Diaconessenhuis, Sara Katharina de Bronovo (1817-1887) was erbij voor de begeleiding van de diaconessen. En om een oogje in het zeil te houden. Zelf liep ze er een ernstige bloedvergiftiging op die haar nog lang parten speelde. Ook bij volgende oorlogen gingen Haagse diaconessen vaak met de Rode Kruis Ambulances mee. Zo poseerden ze in 1916 trots met het hele ambulanceteam in de ziekenzaal te Gleiwitz (Silezië) tijdens WO I. De diaconessen zijn herkenbaar aan de manier waarop ze hun kapje dragen, gestrikt onder de kin.
Twee internationale medailles
Het Nederlandse Rode Kruis stelde meteen na 1867 eremedailles beschikbaar voor degenen die zich tijdens oorlogen dapper hadden gedragen. Zowel vrijwilligers als professionele krachten konden hiervoor in aanmerking komen. Een van de bekendste is de ‘Medaille van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis’. Deze medaille kreeg bij Koninklijk Besluit in 1910 de status van Koninklijke Onderscheiding. Hij wordt dus niet uitgereikt door het Rode Kruis maar door de Nederlandse Regering, een Regeringsmedaille dus.
Naast nationale medailles zijn er twee medailles die een internationale status hebben, namelijk de Henry Dunant Medaille en de Florence Nightingale Medaille. Het is niet verwonderlijk dat deze medailles vernoemd zijn naar beide grootheden. Immers, Florence Nightingale (1820-1910) en Henry Dunant zijn niet alleen tijdgenoten, ze deelden ook dezelfde passie. Beiden hebben enorme invloed gehad op de verzorging van gewonde soldaten in de 19de eeuw. Er is wel een verschil in de wijze waarop ze aankeken tegen die hulpverlening. Nightingale vond dat gediplomeerde verpleegsters daarvoor het meest geschikt waren. Dunant wilde vooral vrijwilligers hiervoor inzetten, zoals bij het Rode Kruis ook gebeurde. Het Internationale Rode Kruis te Genève beslist over de toekenning van deze twee medailles. De Henry Dunant Medaille is van recente datum en uitgegeven bij het 100-jarig bestaan van het Internationale Rode Kruis. Hij werd in 1969 voor het eerst uitgereikt. In 1979 ontving de Nederlandse Rode Kruis medewerkster Loes van Overeem (1907-1980) deze bijzondere medaille voor haar daadkrachtig optreden tijdens WO II in Kamp Amersfoort.
De tweede en oudste internationale medaille is de Florence Nightingale Medaille, ingesteld in 1912 als hoogste internationale onderscheiding voor verpleegkundigen.
Bronnen en literatuur
- De mens achter de medaille. 100 jaar Rode Kruis-onderscheidingen (Uitgave NRK, 2014)
- Un Souvenir de Solférino, door Henry Dunant. (Herdruk Comité International de la Croix-Rouge, 1990)
- Het Nederlandsche Roode Kruis (1867-1967), door G. M. Verspyck (’s Gravenhage, 1967)
- Over Loes van Overeem: https://historiek.net/loes-van-overeem-kamp-amersfoort/71698/