Oorlogszusters

De instelling van de internationale Florence Nightingale Medaille in 1912 leidde in Nederland niet direct tot de voordracht van geschikte kandidaten. Pas in 1935, dus 23 jaar later, zou deze prestigieuze medaille voor het eerst worden uitgereikt, in 1937 volgde er nog een. Twee rasechte oorlogsverpleegsters, Ailke Westerhof en Adrie Schipper, waren de gelukkigen.

Tussen 1815 en 1940 was Nederland zelf niet in oorlogen verwikkeld. Er was ook geen overheidsbeleid dat verpleegsters en verplegers verplichtte om naar oorlogsgebied te gaan. Toch reisde een behoorlijk aantal van hen – een schatting van ca. 300 is niet onaannemelijk – naar oorlogsgebied om gewonden soldaten te verzorgen. Twee categorieën verpleegster en verplegers zijn hierbij te onderscheiden.

Roeping en avontuur

Rosa Vecht in uniform (ca. 1914)

De eerste categorie is de groep verpleegsters en verplegers die vanuit plichtsbesef besloot te gaanhelpen. Vaak waren dit particulier werkende gediplomeerden, de zogenaamde ‘vrije verpleegsters’. Zij waren niet gebonden aan een ziekenhuis of organisatie. Zij konden gemakkelijk stoppen met werken. Hun drijfveer was vaak dat ze wilden helpen vanuit roeping, maar ook spanning en avontuur speelden een rol. Eenmaal aangekomen in het oorlogsgebied legden ze zelf contact met een van de vele oorlogshospitalen. Meestal was daar geen gebrek aan werk. Deze groep particuliere verpleegsters en verplegers stonden niet centraal geregistreerd, dus is het moeilijk een beeld te krijgen van wie ze waren. Van een enkeling is dat wel bekend. Zo nam particulier verpleegster Rosa Vecht (1881-1915) bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 de trein naar Antwerpen. Ze ondernam deze reis zelfstandig en zonder toestemming van haar ouders. Korte tijd werkte ze waarschijnlijk in het Antwerp British Hospital. In oktober van dat jaar vertrok ze naar het hospitaal in Veurne, waar ze begin 1915 op 33-jarige leeftijd door een granaatscherf werd gedood. Rosa Vecht had geen directe relatie met het Nederlandse Rode Kruis. Waarschijnlijk was ze daarom geen kandidaat voor de Florence Nightingale Medaille.

Rode Kruisverpleegsters en -verplegers

Operatie tijdens de Balkanoorlog, 1913

De tweede categorie waren de verpleegsters en verplegers die een verbintenis hadden met het Nederlandse Rode Kruis. Zo had het Rode Kruis vanaf 1888 een eigen 2-jarige opleiding, verbonden aan het Rotterdamse Coolsingel Ziekenhuis. Deze ‘Roode Kruis Pleegzusters’ waren na hun opleiding verplicht zich aan te sluiten bij een Rode Kruis Ambulance. Zo’n Ambulance was een noodhospitaal voorzien van operatie- en verbandmiddelen, artsen, verplegend- en ondersteunend personeel. Het Nederlandse Rode Kruis had tot 1914 met succes diverse Ambulances naar oorlogsgebieden gestuurd. Zo gingen er zeven naar de Frans-Duitse oorlog (1870), vier naar de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) en een naar de Balkanoorlog (1912-1913). Met deze Ambulances gingen Nederlandse verpleegster en verplegers mee. Echter, bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verbood de Nederlandse regering het Rode Kruis om opnieuw Ambulances uit te sturen. Als voorwendsel gebruikte de overheid het argument dat men niet het risico wilde lopen zonder artsen, verpleegsters en hulpmiddelen te zitten mocht er onverhoopt ook hier oorlog uitbreken. Om toch Ambulances uit te kunnen zenden, zamelden particuliere organisaties en kapitaalkrachtige burgers op grote schaal geld in. Dankzij deze inzamelingsacties konden tussen 1914 en 1918 tien Ambulances worden uitgestuurd, allen bemenst met Nederlandse artsen, verpleegsters en verplegers. Waarom sommige extern gefinancierde Ambulances wel en anderen niet het Rode Kruis symbool mochten gebruiken, is onduidelijk. Mogelijk speelden financiën daarbij een rol.

Ailke Westerhof (li) en Adrie Schipper

Twee verpleegsters kregen voor hun dappere optreden in diverse oorlogssituaties de Florence Nightingale Medaille: Ailke Westerhof in 1935 en Adrie Schipper in 1937. Zij waren de eerste Nederlandse kandidaten, die voldeden aan de strenge criteria van het Internationale Rode Kruis. Wie waren deze 2 verpleegsters en waarom ontvingen zij deze eremedaille?

Nawoord

Belangrijk is nog te vermelden dat samen met Ailke Westerhof en met Adrie Schipper veel meer verpleegsters en verplegers meegingen op de ambulances van het Rode Kruis, zoals de verpleegsters Van der Made en Koning en de verplegers A.F. Henken en M. Das. Om maar enkele namen te noemen. De vraag, waarom juist Ailke Westerhof en Adrie Schipper de medaille kregen en niet een van de andere oorlogsverpleegkundigen, die toch hetzelfde hadden meegemaakt, blijft een nog onopgeloste vraag. Waarschijnlijk was een belangrijke factor dat beide verpleegsters nauwe banden onderhielden met het Rode Kruis. Westerhof na afloop van de Eerste Wereldoorlog als docente voor Rode Kruis helpsters en Schipper omdat zij een van de weinigen was die de eigen Rode Kruis opleiding had gevolgd.

Bronnen en literatuur

  • Rosa Vecht (door N. Wiegman). Lemma 258 in ‘1001 vrouwen in de 20ste eeuw’ (Els Kloek, 2018)
  • ‘In Memoriam Zuster Rosa Vecht’ door dr. A. Couvée in Tijdschrift voor Ziekenverpleging, 4 (1915)
  • Joods leven in Elburg (door Willem van Norel, Elburg, 2014)
  • Het Roode Kruis (12.3.1.1.) in Het Coolsingelziekenhuis te Rotterdam (1839-1900) (door M. J. van Lieburg)