Adrie Schipper, de tweede dappere dame
Adriana (Adrie) Elizabeth Schipper (1875-1954) werd op 23 maart 1875 geboren in Delft. In haar jeugd moest ze haar moeder helpen, die ziekelijk was. Hoewel ze het liefst onderwijzeres wilde worden, vond haar moeder dat ze meer geschikt was voor het verpleegstersberoep. Ze doorliep de M.U.L.O. en aansluitend de Industrie- en Huishoudschool, voor die tijd een perfecte voorbereiding op het beroep van verpleegster.
In 1895 startte Adrie Schipper met de 2-jarige Rode Kruisopleiding van het Coolsingel Ziekenhuis te Rotterdam. Die opleiding was een poging van het Rode Kruis om permanent beschikking te hebben over een eigen verpleegsterscorps, dat in tijden van oorlog meteen inzetbaar was. Om dit voor elkaar te krijgen was het Rode Kruis na lang onderhandelen in 1888 een samenwerking aangegaan met het Rotterdamse ziekenhuis. Erg succesvol verliep de samenwerking niet. Voortdurend staken problemen de kop op. Zo verbraken gediplomeerden na hun opleiding vaak het contract met het Rode Kruis, dat tenslotte wel hun opleiding had betaald. Uiteindelijk was niemand van de zes pleegzusters die in 1890-1891 het diploma hadden behaald in 1896 nog in dienst van het Rode Kruis. Ook de eisen aan de opleiding waren afwijkend van de niet-Rode Kruis opgeleide pleegzusters. Zo moesten de Rode Kruis leerlingen verschillende talen kunnen spreken en was hun opleiding logisch vooral gericht op chirurgische ingrepen en verbandlessen. Vanaf 1894 pakte het Rode Kruis de problemen aan door de pleegzusters betere arbeidsvoorwaarden in het vooruitzicht te stellen, zoals een pensioen van f200,- na 20 dienstjaren. Ook dit mocht niet baten. De aanmeldingen bleven onder de maat en de uitstroom van gediplomeerden, die zich na hun diploma niet langer wilden binden aan het Rode Kruis maar hun eigen weg kozen, was onveranderd hoog. Met dit felbegeerde diploma op zak waren er genoeg lucratieve mogelijkheden voor gediplomeerde verpleegsters.
Gediplomeerd
De Rode Kruisopleiding in het Rotterdamse ziekenhuis stopte in 1897, waarbij de oorzaak van de mislukking publiekelijk bij de gediplomeerden gelegd werd. Zij zouden te weinig moreel besef hebben. De Rode Kruisopleiding verhuisde vervolgens naar Den Haag, waar het actieve Haagsche Vrouwencomité van het Rode Kruis het wel aandurfde en in november 1897 een nieuw verpleegsterscorps oprichtte. In het nieuw opgerichte Haagsche verpleegsterscorps bevond zich ook Adrie Schipper. Ze had nog net in oktober 1897 in Rotterdam haar diploma gehaald en aansluitend nog een tijdje in de wijkverpleging gewerkt.
Op weg naar Transvaal (1899)
Toen de oorlog tussen Engeland en de Zuid-Afrikaansche Republiek Transvaal in 1899 uitbrak, vertrok Adrie Schipper met de Nederlandse Ambulance naar de Transvaalse Burgeroorlog. Dat was op zich een logische stap, want juist voor dit soort situaties was ze als Rode Kruis verpleegster opgeleid. Haar oom, die bestuurslid was van het Rode Kruis, had haar al aangemoedigd met de woorden ‘Je moet maar naar Zuid-Afrika, met de ambulance mee!’. Ze vertrok in de stromende regen op zaterdag 28 oktober met de Rode Kruis Ambulance. Het was een groot team van zo’n 14 verpleegsters en verplegers onder leiding van de artsen dr. G. W.S. Lingbeek en dr. J. A. Korteweg. Een juichende menigte stond op de kade om de stoomboot de ‘König’ uit te zwaaien, onder hen een grote groep verpleegsters in uniform. Ook Anna Reynvaan (1844-1920) was erbij en deed later verslag van het vertrek in het Maandblad voor Ziekenverpleging. Toen de stoomfluit als signaal van vertrek klonk, stormde de menigte naar voren om zo dicht mogelijk bij het schip te komen. Chaos dreigde en een inspecteur van politie verordonneerde: “de verpleegsters vooraan…, niemand mag vóór hen gaan staan”, wat ook gebeurde. Een groepsfoto van het vertrekkende ambulanceteam kon na afloop voor 75 cent aangeschaft worden bij de fotograaf. Daarmee was het uitzenden van ambulances voor het Nederlandse Rode Kruis tevens een enorme pr stunt. Dat geldt ook voor de tweede ambulance die kort erna vertrok en waar ook de bekende zuster L. M Hellemans (1873-1956) deel van uitmaakte. Niet alleen het vertrek, ook de aankomst van de eerste Nederlandse ambulance van het Rode Kruis kreeg in Pretoria een daverende ontvangst.
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Na anderhalf jaar gewerkt te hebben in een veldhospitaal in Pretoria keerde zuster Schipper terug naar Nederland. Ze ging werken in de wijkverpleging in Amsterdam. In 1905 vertrok ze naar Parijs, waar ze directrice werd van een chirurgische kliniek. Bij het uitbreken van de Eerste Balkanoorlog in 1912 deed het Rode Kruis opnieuw een beroep op haar om mee te gaan met de Ambulance, deze keer naar Saloniki in Griekenland. Adrie Schipper was inmiddels zeer ervaren om te reizen met een Ambulance. In het artikel “Wat neemt men zoo al mee als ambulancezuster?” in het Maandblad voor Ziekenverpleging in 1913 adviseert ze een enorme waslijst met kleding en toiletartikelen voor in de hutkoffer. Dat varieert van verpleegstershoed met korte hoedepennen tot 3 doosjes Erdal (dat is schoenenpoets, NW). Ook 3 brassards (armbanden, NW) met ingeweven rood kruis mochten niet ontbreken.
De Balkanoorlogen zouden de opmaat worden tot de Eerste Wereldoorlog. Ook in deze Groote Oorlog liet Adrie Schipper zich niet onbetuigd. Ze bood haar diensten aan aan het Franse Rode Kruis, maar daar was voor haar geen plaats. Vervolgens sloot ze zich aan bij de Amerikaanse Ambulance in Frankrijk, waar ze werkte in het American Hospital in Neuilly-sur-Seine (Parijs), gevestigd in het Lycée Pasteur. Hier werd ze met open armen ontvangen. Ze werkte ook bij de frontambulance bij Compiègne. De ellende die ze hier meemaakte overtrof, zo schreef ze later, haar eerdere ervaringen. In het voorjaar van 1919 keerde ze terug naar Nederland waar ze in Eindhoven hielp bij de uitwisseling van Duitse en Engelse krijgsgevangenen.
Carrière na 1919
Tijdens de samenwerking met Amerikaanse verpleegsters had Adrie Schipper grote bewondering voor hen gekregen. Het was haar opgevallen hoe professioneel deze pas gediplomeerde verpleegsters waren. Ze vond vooral dat ze een goede, op de praktijkgerichte opleiding hadden gehad. Daar wilde ze meer over weten en in 1922 vertrok ze op eigen initiatief en eigen kosten naar Amerika. Hier volgde ze enkele maanden een cursus over het onderwijs aan verpleegsters op Columbia University. Deze ervaring zou ze vanaf 1923 goed kunnen gebruiken bij haar werk als docente en als waarnemend directrice van het Stads- en Academisch Ziekenhuis te Utrecht. In 1928 werd zuster Schipper directrice van de Amsterdamse Wijkverpleging en vanaf 1933 directrice van het bureau voor particuliere ziekenverpleging van ‘Het Witte Kruis’, eveneens te Amsterdam. Ze ging wonen in het Nieuwe Huis, dat is een woningencomplex, speciaal ontworpen in 1928 voor ‘nette vrijgezellen of ongehuwden’ aan het Roelofhartplein 50. haar appartement had geen deurbel of naambordje. Haar huis herkende je aan een klein embleem van het Rode Kruis.
40 jaar verpleegster
In de wereld van de verpleging was Adrie Schipper inmiddels een begrip. Zo was ze al sinds 1908 lid van de Nederlandsche Bond van Ziekenverpleging, waar ze vaak het woord voerde tijdens de vergaderingen. Ook schreef ze regelmatig over verschillende onderwerpen in het Tijdschrift voor Ziekenverpleging, zoals over de sociale positie van verpleegsters. Ook in de medische wereld was ze geheel geaccepteerd en zat ze in de redactie van het tijdschrift ‘Het Ziekenhuiswezen’.
Verpleegkundigen droegen zuster Schipper op handen. Dat werd goed duidelijk tijdens de viering van haar 40-jarige werkjubileum op vrijdag 1 maart in 1935. De kranten schreven uitvoerig over dit eerbetoon voor deze avontuurlijke ‘verpleegster van internationale betekenis’. Ook het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde publiceerde een vriendelijk artikel met foto over haar, hoewel ze “geen geneesheer” was. Tijdens de receptie in haar woonhuis aan het Roelof Hartplein sprak oud-directeur van het Wilhelmina gasthuis dr. J. Kuiper haar warm toe, evenals de huidige directeur dr. W. F. Veldhuyzen en directrice zuster W. G. Peterson. Namens de Nationale Bond van Verplegenden bedankte zuster C.H. Vernède (1875-1957) haar en van het Witte Kruis ontving ze een Perzisch tapijt, een luxe product. In haar dankwoord prees zuster Schipper het Nederlandse Rode Kruis dat haar in staat gesteld had de opleiding te volgen.
Uitreiking van de Florence Nightingale Medaille (1937)
Het kon niet uitblijven dat ook Adrie Schipper als rasechte oorlogsverpleegster voorgedragen werd door het Nederlandse Rode Kruis voor de Florence Nightingale Medaille, de hoogste Rode Kruis onderscheiding voor een verpleegster. De officiële bekendmaking vond plaats op 12 mei 1937 door het Internationale Rode Kruis. De medaille werd haar toegekend vanwege haar “compétences et grand dévouement”. Op 11 juni 1937 ontving Adrie Schipper uit handen van de ondervoorzitter van het Rode Kruis jonkheer J. Roëll de prestigieuze medaille. De uitreiking vond plaats onder grote belangstelling op het Hoofdkwartier in Den Haag. Behalve de twee zussen van Adrie was ook zuster Ailke Westerhof aanwezig. Wel betreurde dr. J. Kuiper het dat een “officiële vertegenwoordiging van de verpleegstersvereenigingen” verstek liet gaan. Gezien de vele functies die Adrie Schipper had binnen de beroepsorganisaties en haar bekendheid binnen de beroepsgroep is dat ook opmerkelijk. Mogelijk was de ruimte beperkt en was er een limiet gesteld aan het aantal genodigden van buiten het Rode Kruis. Bij latere uitreikingen kwam dat vaker voor.
Behalve de Ridderorde van Oranje-Nassau, de Rode Kruis Medaille van Frankrijk en Griekenland, de Rode Kruis Medaille van Verdiensten én de regeringsmedaille van Zuid-Afrika bezat zuster Schipper nu ook de unieke Florence Nightingale Medaille. Hiermee was Adrie Schipper na Ailke Westerhof de tweede Nederlandse die dit eerbetoon ten deel viel. En net als bij zuster Westerhof noemden de kranten haar de ‘Nederlandse Florence Nightingale’.
Adrie’s overlijden
De jaren na de uitreiking van de Florence Nightingale Medaille bleef Adrie Schipper onverminderd actief, zowel als directrice van de particuliere ziekenverpleging als op het gebied van publiceren in de vakbladen. Zo schreef ze in 1940 nog een belangrijk artikel in het Tijdschrift voor Ziekenverpleging over de positie van de verpleegster. Tijdens de oorlogsjaren hielp ze onderduikers en gaf ze radioberichten door. In 1946 moest ze vanwege gezondheidsproblemen stoppen met werken.
In 1950 stond Adrie Schipper opnieuw volop in de belangstelling. Hoewel haar gezondheid te wensen overliet, werd haar 75ste verjaardag op 23 maart 1950 uitbundig gevierd. Een stroom kennissen, oud-patiënten en vertegenwoordigers uit de medische- en verpleegkundige wereld kwamen naar het Roelof Hartplein om haar de hand te schudden. Namens alle vrienden uit het Wilhelmina Gasthuis kreeg ze een Louis Seize stoel, een luxe artikel voor een verpleegster. Ook de kranten en tijdschriften besteedden ruim aandacht aan de jubilaris. Voor het populaire blad ‘Moeder’ werd ze geïnterviewd door Peter van Campen. Het interview kreeg de titel ‘Een verpleegstertje trok de wereld in’ en eindigt met de woorden van zuster Schipper “Ik heb een gelukkig leven gehad”.
Na een lang ziekbed overleed Adrie Schipper op 78-jarige leeftijd op 8 maart 1954 in het Prinsengracht Ziekenhuis van de Vereniging voor Ziekenverpleging te Amsterdam, waar ze ook opgebaard lag. De crematie vond plaats op vrijdag 12 maart op Westerveld te Velsen.
Bronnen en literatuur
- Nederlandse draagsters van de Florence Nightingale Medal van het Internationale Rode Kruis door E. H. Müller
- ‘Wat neemt men zoo al mee als ambulancezuster?’ door Adrie Schipper (Maandblad voor Ziekenverpleging, september 1913. 23ste jaargang No. 17)
- Veertigjarig verpleegstersjubileum Zuster Adrie Schipper door P. A. de Wilde (NTvG februari 1935)
- De Florence Nightingale -Medaille. Zaterdagavond Bijvoegsel Algemeen Dagblad (12 juni 1937)
- De sociale positie van de verpleegster door Adrie Schipper (Tijdschrift voor Ziekenverpleging, september 1940)
- De vrouw in de moderne ziekenverpleging. Radiospeech door Adrie Schipper (1937)
- Een verpleegstertje trok de wereld door Peter van Campen (Moeder, 1950)
- Het Coolsingelziekenhuis te Rotterdam (1839-1900) door M. J. van Lieburg ( Rodopi, 1986)
- Medicine in First World War Europe. Soldiers, Medics, Pacifists door Fiona Reid (Bloomsbury, 2017)