Oorlogsverpleegster met een missie
Verpleegster Rosa Vecht (1881-1915) vertrok tijdens WO I naar België om gewonde soldaten verplegen. Ze werkte in hospitalen in Antwerpen en Veurne. Op 23 januari 1915 werd ze getroffen door een granaatscherf, met de dood als onherroepelijk gevolg. Een moedige meid in oorlogstijd.
Eindelijk verpleegster
Rosa Vecht, Roosje voor intimi, zag het levenslicht op 18 juli 1881. Haar ouders, Mozes Vecht en Diena van Hamburg, waren orthodoxe joden en woonden in de Beekstraat 38 te Elburg. Rosa groeide op als oudste van 7 kinderen. Waarom Rosa Vecht voor de verpleging koos, blijft gissen. Volgens overlevering in de familie had ze tegen de zin van haar streng gelovige vader een relatie met een niet-joodse jongen. Mogelijk vond ze het Joodse milieu te verstikkend en was haar keuze voor een opleiding tot verpleegster een manier om een eigen leven op te bouwen. In ieder geval probeerde Rosa al op 17-jarige leeftijd toegelaten te worden tot de verpleegstersopleiding van het Nederlands-Israëlitisch Ziekenhuis te Amsterdam. Om de opleiding te volgen moest ze 23 jaar zijn en dus moest ze nog een paar jaar wachten. Op woensdag 24 april 1907 legde Rosa Vecht in Rotterdam het verpleegstersexamen af, waarna ze zich als particulier verpleegster vestigde.
Verplegen aan het Belgische front
Kort na het uitbreken van de oorlog in 1914 vertrok Rosa Vecht naar het front. Waar ze precies ging werken, is onduidelijk. Volgens medicus F. S. Meijers had ze familie in België en was ze gevraagd zich te melden bij het Belgische Rode Kruis. Waarschijnlijk reisde ze tegen de zin van haar ouders naar Antwerpen, waar ze mogelijk in dienst trad bij het Antwerp British Hospital Fund aan de Leopold Boulevard. Zuster Vecht was 33 jaar en had veel verpleegervaring. Die ervaring betrof kennis, opgedaan in het ziekenhuis. Het verplegen van oorlogsslachtoffers was een stuk gecompliceerder en vereiste een gespecialiseerde expertise. Geweerkogels, granaten en besmettelijke ziekten veroorzaakten verschrikkelijke verwondingen. Met 2 operatietafels en voldoende instrumenten was het hospitaal goed geoutilleerd. De staf, waar Rosa zeer waarschijnlijk deel van uitmaakte, bestond uit 8 artsen, 20 verpleegsters en 5 verbandmeesters. Gewonde soldaten arriveerden in Antwerpen in grote groepen met de trein. Op het centraal station verdeelden legerartsen hen over de diverse hospitalen in de stad. Het hospitaal waar Rosa Vecht als verpleegster werkte, was nog maar net gebruiksklaar of de eerste 170 ernstig gewonde soldaten stroomden binnen. De 2 operatietafels draaiden op volle toeren. Bij ernstige granaatwonden volgde amputatie van ledematen en wachtte de soldaat een lange revalidatie. Desondanks was het ook gezellig in het hospitaal. Patiënten waren ontspannen, praatten en rookten, blij dat ze het overleefd hadden en weg waren uit het oorlogsgeweld. Om de mannen bezig te houden, vroeg Rosa de inwoners van Elburg om lectuur en kranten op te sturen.
Het hospitaal in Veurne
Voor Rosa Vecht was het Antwerpse avontuur van korte duur. Op 10 oktober 1914 bombardeerden Duitse troepen de stad. Het zwaar getroffen hospitaal moest worden ontruimd en het personeel, waaronder Rosa Vecht, kreeg opdracht te vertrekken. Vanaf 18 oktober 1914 meldde ze zich in het hospitaal te Veurne. Maar ook daar was het onrustig. Tot Kerstmis waren de beschietingen op Veurne door Duitse kanonnen gering, zo’n 1 of 2 keer per week. Ook in het hospitaal vierde men dus kerst en werden de zalen versierd. Personeel en patiënten schreven lange brieven naar huis. Van thuis kwamen pakjes voor iedereen, vaak met etenswaren, kleding of andere nuttige spullen. Maar Kerstmis vormde een keerpunt, want erna werd Veurne onophoudelijk beschoten. Voor personeel en patiënten was dit een beangstigende situatie, waarbij ze nauwelijks een oog dicht deden. Ze verkeerden permanent in de angst dat een granaat het hospitaal zou raken. Ook de kamers in de stad, waar de verpleegsters woonden als ze geen dienst hadden, lagen in de gevarenzone.
Dodelijk gewond
Op 23 januari 1915 lag Veurne opnieuw onder vuur. De bombardementen begonnen vroeg in de ochtend. Vlak voor de middag vielen 5 granaten, waarvan 3 op de Grote Markt. Een 12-jarige jongen werd dodelijk getroffen. Ook verpleegster Rosa Vecht liep op het marktplein. Ze was op weg naar haar kamer in de Noordstraat om haar koffer te pakken. Met de overgebleven verpleegsters en patiënten zou ze naar Duinkerken vertrekken. Ze werd getroffen door een granaatscherf, waarbij haar rechterbeen hoog bij de heup werd afgerukt. In allerijl bracht men haar naar het hospitaal L’Océan in De Panne. Na amputatie van haar been stierf Rosa Vecht ten gevolge van hevig bloedverlies op 33-jarige leeftijd.
Over hoe Rosa Vecht precies getroffen is, spreken de bronnen elkaar tegen. Dat heeft te maken met de chaotische situatie, waarin het ongeluk plaatsvond. Een verpleegster verwoordde de gebeurtenissen aldus: “Er was ons gezegd niet naar buiten te gaan, maar een van onze verpleegsters, ‘a Dutch girl’, ging naar haar logies om haar persoonlijke eigendommen op te halen. Toen ze het marktplein overstak explodeerde een granaat vlak naast haar. Haar been werd weggeblazen tot aan haar heup. Hoewel ze onmiddellijk hulp kreeg was er niets dat haar kon redden. Ze bloedde dood”. Ook de datum van Rosa’s overlijden is discutabel. Sommige bronnen, waaronder de datum op haar grafsteen, noemen 24 januari als de sterfdatum. In dit artikel is 23 januari 1915 aangehouden, de datum die genoemd wordt op haar Akte van Overlijden.
Oorlogsverpleegster met een missie
Op maandag 25 januari 2015 werd verpleegster Rosa Vecht begraven op het kerkhof te Adinkerke, een dorpje in de buurt. Verpleegsters, artsen en officieren begeleidden de kist, die bedekt was met de Nederlandse vlag. De Engelse veldprediker Warren sprak een gebed uit, waarin hij de moed en dapperheid van de ‘kleine Hollandsche nurse’ prees. Hij noemde haar een voorbeeld voor iedereen. Aansluitend zongen de aanwezigen met tranen in de ogen een Engelse hymne. Een eenvoudig houten teken met opschrift markeerde haar graf. Een Belgisch arts en 3 Engelse verpleegsters namen het op zich om de familie Vecht per brief op de hoogte te brengen van het overlijden van hun dochter en zuster.
Toen de oorlog was afgelopen, werd het stoffelijk overschot van Rosa Vecht naar Nederland gebracht en herbegraven. Op 15 januari 1920 vertrok de rouwstoet vanuit het ouderlijk huis aan de Amsterdamse Anthonie Breestraat 86. Om 10.00 uur werd Rosa Vecht opnieuw begraven op de Nederlands-Israëlitische begraafplaats te Muiderberg. Het Nieuws- en Advertentieblad voor Elburg en Omstreken maakte twee dagen later melding van de plechtigheid. Zuster Vecht is begraven op veld D, rij P met grafnummer 165.
Het overlijden van verpleegster Rosa Vecht in 1915 bleef in Nederland niet onopgemerkt. Zodra het bericht bij de familie was ontvangen, brachten de media dit nieuws. Alle landelijke dag- en weekbladen, waaronder het Nieuw-Israëlitisch Weekblad, besteedden er aandacht aan. Plaatselijke kranten zoals de Nieuwe Tilburgsche Courant namen het bericht over en zo verspreidde het nieuws zich razendsnel. In de maanden erna verschenen regelmatig artikelen, soms geromantiseerd, over het dappere sterfbed van ‘het meisje met de gazelleogen’. Voor de overzeese lezers deed Omega, pseudoniem voor journalist Balbian Verster, uitvoerig verslag van de omstandigheden waaronder Rosa was gestorven. In het Tijdschrift voor Ziekenverpleging, vakblad voor de verpleging, schreef dr. A. Couvée een In Memoriam. Op 24 januari 2015, een eeuw na haar dood, legde ik namens het Florence Nightingale Instituut 33 rode rozen voor haar onder de Menenpoort te Ieper. Speciaal voor Rosa Vecht werd de Last Post geblazen.
Rosa Vecht, zo’n moedige meid in oorlogstijd.
Literatuur en bronnen
-
-
- ‘Examens’ in Maandblad voor Ziekenverpleging, 5 (1907) 244.
-
- Naamlijst der leden van den Nederlandschen Bond voor Ziekenverpleging in Maandblad voor Ziekenverpleging, 1 (1908).
- ‘In Memoriam Zuster Rosa Vecht’ door dr. A. Couvée in Tijdschrift voor Ziekenverpleging, 4 (1915) 107.
- ‘Amsterdamsche brieven’ door Omega in de Sumatra post (30-03-1915).
- ‘Binnenland: Rosa Vecht’ in Nieuw-Israëlitisch Weekblad (12-02-1915).
- ‘Een daad van piëteit tegenover Zuster Vecht’ door dr. F. S. Meijers in Tijdschrift voor Ziekenverpleging, 11 (1915) 398-399.
- ‘Eene heldin!’ in Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië (08-04-1915).
- ‘Een Hollandsche verpleegster op het slagveld gedood’ in Nieuwe Tilburgsche Courant ( 21-2-1915).
- ‘Overlijdensadvertentie’ in Algemeen Handelsblad (07-02-1915).
- ‘Overlijdensadvertentie’ in Nieuw-Israëlitisch Weekblad (12-02-1915).
- H. Souttar, A surgeon in Belgium (Londen 1915).
- The Macmillan Company, A war nurse’s diary.Sketches from a Belgian Field Hospital (New York 1918).
- ‘Begrafenis Rosa Vecht’ in Algemeen Handelsblad (15-01-1920).
- Luc de Munck, De Grote Moeder in de Grote Oorlog. Hulpverlening van het Rode Kruis tijdens de Eerste Wereldoorlog (Ieper 2000).
- Philip Perneel, ‘Standbeeld voor een vergeten heldin’ in De Stentor (Zwolle, 13-12-2008).
- Paul Moeyes, Buiten schot. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 (Utrecht 2011).
- Yvonne McEwen, In the company of nurses. The history of the British Army Nursing Service in the Great War (Edinburgh 2014).
- Leo van Bergen, Zacht en Eervol. Lijden en sterven in de Grote Oorlog 1914-1918 (Manteau 2014).
- Willem van Norel, Joods leven in Elburg (Elburg 2014) 193-198.
-