Claartje van Aals, een levenslustige leerling
Het is 22 januari 1943, in 2023 is dat precies 80 jaar geleden. Een koude vrijdagochtend. Hoe werden ze wakker, de meer dan 1200 psychiatrische patiënten, de bijna 50 verpleegkundigen en leerling Claartje van Aals? Hebben ze eigenlijk wel geslapen of was de chaos in hun hoofd, de ontzetting, de angst voor wat stond te gebeuren, te groot? In 2023 herdenken we een wrang jubileum.
In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werd de Joods psychiatrische inrichting ‘Het Apeldoornsche Bos’ te Apeldoorn door de Duitse bezetter is ontruimd. Het Apeldoornsche Bosch, gelegen aan de Zutphensestraat, was opgericht in 1909 opgericht als Centraal Israëlitische Krankzinnigengesticht met als doel Joodse geesteszieken te verplegen. In 1934 werd naast de inrichting een opvanghuis geopend voor Joodse kinderen met een verstandelijke handicap, het zogenaamde Paedagogium Achisomog. Beide instellingen hadden moderne, progressieve ideeën en stonden goed bekend. In 1943 was de verpleging uitsluitend in handen van Joods personeel.
Een ‘gruwelijk schouwspel’
De ontruiming van beide instellingen was door de SS-er Aus der Fünten tot in de puntjes voorbereid en gebeurde allerminst zachtzinnig. De ruim 1200 patiënten, van wie de meesten nog in pyjama of in een dwangbuis, werden hardhandig en zonder enige consideratie in gereedstaande vrachtwagens geladen totdat deze overvol waren. Verpleegster Jetty van Geens, werkzaam op een van de paviljoens, beschrijft de ontruiming en het gekerm van de patiënten als een ‘gruwelijk schouwspel’. Ze zag ook hoe Aus der Fünten het personeel in de eetzaal had verzameld en 50 verpleegsters en verplegers aanwees om de patiënten te begeleiden. De dagen voorafgaand aan de ontruiming was een deel van het personeel gevlucht of ondergedoken en het overgebleven personeel wachtte gespannen af wat er zou gebeuren.
Claartje van Aals, een levenslustige leerling
In de gang van een van een van de paviljoens zat een jonge leerling-verpleegster een brief te schrijven aan haar vriendin Aagje. Claartje van Aals (1922-1943) oogde uiterlijk kalm. Ze was van liberaal-Joodse afkomst en kwam uit Utrecht. Toen ze in 1940 de verpleegopleiding wilde volgen, was het Apeldoornsche Bos voor haar als Joods meisje de enige optie. ‘Aag, ik word vast een goede verpleegster’, schreef ze eerder aan haar vriendin Aagje.
En dat Claartje van Aals een goede verpleegster was, heeft ze bewezen door te kiezen voor haar patiënten. Zelf zei ze het zo: ‘Als ik wil kan ik duiken, maar ik voel me verplicht om met de mensen mee te gaan’. Op 5 februari 1943 is ze in Auschwitz vergast. Bij de jaarlijkse herdenking op 22 januari 2023 zijn alle namen van de slachtoffers van het Apeldoornsche Bosch voorgelezen, ook die van Claartje.
Verantwoording en leestip
Voor de citaten is gebruik gemaakt van S. Wijers, Als ik wil kan ik duiken… Brieven van Claartje van Aals, verpleegster in de joods psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch, 1940-1943 (Amsterdam, 1995)